Zorg dat je de citroenen hebt schoongemaakt en rasp de schil van de citroenen af. Let goed op dat je niet te ver raspt, want het witte is erg bitter. Doe dit vervolgens in de warmte vaste kom.
Knijp ook het sap uit de citroenen, haal dit door een zeefje en voeg dit bij de citroenrasp. Doe hier ook de boter en de suiker bij.
Breng een pan met een laagje water aan de kook en zet hier de kom op. Blijf nu goed doorroeren totdat alle boter is gesmolten.
Haal de kom even van de pan af (let op: is heet!). En laat het even afkoelen. We gaan namelijk zo de eieren toevoegen en anders heb je kans op roerei 😉
Klop de eieren los in een kopje en voeg dit langzaam toe aan het boter/citroen mengsel. Roer dit ondertussen heel goed door. Zet de kom vervolgens terug op de pan met water en blijf goed doorroeren totdat de curd is ingedikt. Dit kan echt wel even duren (10-20 minuten). De curd moet de dikte hebben van vla. (Hij stijft in de koelkast ook nog iets op).
Laat het even afkoelen en doe het in een potje. Zet dit vervolgens in de koelkast voor minimaal een paar uur voordat je het gebruikt.
Je kunt de curd een weekje bewaren in de koelkast, maar als je een potje eerst uitkookt (half uur meekoken in pan water), dan is hij veel langer houdbaar!