Verwarm de melk tot ongeveer kamertemperatuur. Los hier de gist in op en laat dit even staan. Mix in een grote kom de bloem samen met het zout, de eieren en de suiker.
Voeg hier het melk/gist mengsel aan toe en kneed dit goed door totdat je een stevig deeg hebt. Dit duurt ongeveer 8-10 minuten.
Voeg vervolgens de roomboter toe aan het deeg en kneed dit opnieuw goed door. Het duurt echt even voordat de boter wordt opgenomen, dus blijf goed doorkneden. Het zal eerst een plakkerig zooitje worden en je ziet vanzelf dat het een samenhangend geheel wordt. Blijf goed doorkneden (of laat dit de keukenmachine doen), je moet een vliesje kunnen trekken van het deeg zonder dat deze snel scheurt.
Doe het deeg nu in een grote kom, dek dit af met een schone theedoek en laat dit ongeveer een uur op een warme plek rijzen. Het verdubbeld in grootte.
Strooi wat bloem op je werkblad en rol het deeg uit in een rechthoekig vlak. Mix de roomboter samen met de witte basterdsuiker en het kaneel. Bestrijk hier het uitgerolde deeg mee.
Rol het deeg vervolgens zo strak als mogelijk op en druk de zijkanten voorzichtig dicht. Snijd de rol aan de bovenkant in de lengte doormidden, zodat je 2 delen krijg. Verdeel het deeg nu in 8 delen in de breedte, voor 8 broodjes. (Elk broodje heeft dus 2 losse delen)
Nu gaan we de broodjes in elkaar vlechten. Rol de twee losse stukken iets uit en leg ze met de kaneel kant naar boven. Draai deze twee delen nu over elkaar heen en herhaal dit, totdat het niet meer kan. Leg dan de twee uiteinden naast elkaar, zodat je een rondje krijgt. Leg deze op de bakplaat. Herhaal dit met alle broodjes.
Verwarm de oven voor op 200 graden. Klop het ei los en bestrijk de broodjes met ei. Bak de broodjes in een voorverwarmde oven voor ongeveer 20-25 minuten, tot ze gaar zijn. Warm zijn ze het lekkerste!