Maak de karamelsiroop door de suiker samen met de kaneel en 75ml water in een steelpannetje te doen. Breng dit aan de kook en wacht totdat er een geurige karamel ontstaat. Roer niet in de pan terwijl hij op het vuur staat. Laat het afkoelen totdat hij lauwwarm is en voeg de rozijnen toe. Laat ze hier 10 minuten in wellen.

Meng de (zachte boter) met het zelfrijzende bakmeel. Zorg er hierbij voor dat het meel wat kruimelig wordt. Voeg vervolgens de suiker en het zout toe. Meng dit geheel met elkaar. Voeg vervolgens de 120 ml melk en 40 gram van de karamelsiroop toe en kneed het deeg. Dit kan met een keukenmachine met een deeghaak, of gewoon met je handen. Voeg als laatste de rozijnen toe, dep ze wel eerst even droog.

Maak vervolgens een bol van het deeg en rol dit uit tot ongeveer 2 centimeter dik. Verdeel dit deeg vervolgens in stukjes van ongeveer 3 centimeter breed. Je kunt hiervoor een uitsteker van 3 centimeter gebruiken, maar mocht je deze niet hebben is verdelen met je hand zeker ook mogelijk! Uit het deeg kun je ongeveer 16 kleine scones maken, een beetje afhankelijk van hoeveel deeg je gebruikt per scone.

Leg de scones op een met bakpapier beklede bakplaat. Zorg ervoor dat er genoeg plek is tussen de scones, want door het bakken zullen ze wat groter worden & dan blijven ze misschien aan elkaar plakken. Druk de suikerparels bovenop de scones. Als laatste bestrijk je de scones met de melk.

Verwarm vervolgens de oven voor op 220 graden en bak de scones voor 14-16 minuten totdat ze goudbruin zijn. Serveer ze met Clotted Cream, Lemon Curd of Jam. Clotted Cream kun je kopen in de winkel, maar is ook eenvoudig zelf te maken met een 2:1 verhouding. Bijvoorbeeld: 250 gram mascarpone en 125 gram crème fraîche. Mix dit met een keukenmachine tot het glad en smeuïg is.